Zo zijn wij niet
Het is midden jaren vijftig. Op de plaats waar ooit een meer lag wordt een nieuwe wijk gebouwd: Warmeer. Een moderne wijk, ruim van opzet, met veel groen en doorzonwoningen.
De bewoners van de Veenstraat nemen hun intrek. Een blinde pianoleraar zingt vreemde liedjes, een meisje wil liever een jongen zijn, twee zussen dromen van het echte leven in een bruisende stad. In een van de achtertuinen bouwt een man een zeewaardig schip. Er rijdt een bed op wielen door de straat, damesondergoed verdwijnt van een waslijn en achter de schuurtjes zoent een tienermeisje met een onguur type.
Over de heg, bij de kar van de bakker, in de rij bij de slager en in de wachtkamer van de dokter wordt naar elkaar gekeken, over elkaar gedacht, gefluisterd en geoordeeld. Iedereen prijst zichzelf gelukkig dat hij niet zo is.
Janneke Holwarda groeide op in de eerste nieuwbouwwijk van Emmen in de jaren zestig. In "Zo zijn wij niet" beschrijft ze het wel en wee van gewone mensen in negen doorzonwoningen in een gewone straat, in de context van een tijd van hoop, wederopbouw, verzuiling en verandering. Ze wisselt het perspectief van de bewoners - hun heden, verleden en toekomst(dromen) - steeds af met het commentaar van de buren.