Zeven nachten
Het is nacht, een jonge man zit aan tafel en schrijft. Hij is bang. Bang om te moeten kiezen. Een vrouw, een vriendenkring, een jaarlijkse vakantiebestemming. Hij is bang dat het gevoel hem zal verlaten. Dat hij volwassen wordt. Dan doet een bekende hem een voorstel: zeven keer om zeven uur zal hij een van de zeven zonden beleven. Hij moet gulzig, hoogmoedig en wellustig zijn, zich van een flat storten, het geloof en alle maat verliezen.
Zeven nachten is een strooptocht door de stad, een proeve van bekwaamheid die voor te veel bekwaamheid moet behoeden, een laatste keer in opstand komen in de luwte van de jeugd.