Salomé
Salomé is een boek dat Colombe Schneck niet wilde schrijven. Toch moest ze het doen. Ze deed er tien jaar over om de moed daarvoor te vinden. De indrukwekkende geschiedenis van hoe het kleine meisje Salomé geofferd werd in Auschwitz. William Styrons Sophie's keuze weerklinkt in Salomé. De werkelijkheid kan nog aangrijpender zijn dan fictie.
Toen Colombe Schneck in verwachting was van haar eerste kind suggereerde haar moeder achteloos de naam Salomé. 'Naar mijn nichtje.' Waarom ook niet, dacht Schneck. Pas later, nadat haar moeder was overleden, realiseerde ze zich dat ze de geschiedenis van haar familie zou moeten uitzoeken om te weten naar wie ze haar dochter had vernoemd.
Salomé is het aangrijpende verslag van haar zoektocht. Tijdens haar reizen naar Amerika, Israël en Litouwen en de gesprekken met de vrouwen uit haar familie vallen de puzzelstukjes in elkaar. Ze ontdekt het onvoorstelbare offer waar haar familie altijd over heeft gezwegen. Op 26 oktober 1943 werden 2800 mensen verzameld voor selectie op een plein in het getto van Kaunas: fitte mensen gingen naar werkkampen, de anderen naar vernietigingskampen.
Toen Schnecks overgrootmoeder aan de beurt was voor de keuring, wist ze dat zij het niet zou overleven. Ze wist ook dat de nazi's moeders met kleine kinderen direct naar de gaskamers stuurden. Als haar dochter Macha bij haar kleindochter Salomé zou blijven, zouden ze alle drie omkomen. De oude vrouw pakte de hand van de kleine Salomé en bezegelde hiermee hun lot. Samen stierven ze in Auschwitz. Macha overleefde het werkkamp, hertrouwde en kreeg twee kinderen en zes kleinkinderen. Het is niet verwonderlijk dat haar familie nooit eerder sprak over Salomé. Het offeren van het kleine meisje kwam voort uit een afgrijselijk wrede situatie. Het is de vraag of wij zelf de moed zouden hebben om een leven op te geven om een ander te redden.