Paradise village
Een vader en zijn elfjarige zoontje trekken in een Ford Mustang door het westen van de Verenigde Staten. Het is niet zomaar een mannen-onder-elkaar-vakantie: de vader is op de vlucht voor de pers nadat de bank waarvan hij bestuursvoorzitter is gered moest worden door de overheid. De verontwaardiging over zijn bonus is zo groot dat hij halsoverkop besluit te vertrekken. Tijdens hun reis ontdekt de vader dat hij zijn zoon eigenlijk niet kent: hij was vrijwel nooit thuis, en als hij er was, had hij nauwelijks aandacht voor de jongen, die slecht presteert op school en weinig vriendjes heeft. Wie is dat kind? Waarom is het zo anders dan zijn leeftijdgenoten? In Amerika leert hij zijn zoon eindelijk kennen.