Niets te vieren
De vrijgezel Roderick Ponto da Ponte woont in het Siciliaanse kasteel van zijn voorvaderen. Geheel alleen zit hij in de overdadig met putti beschilderde eetzaal, humeurig omdat zijn kokkin een saladedag heeft ingelast, en Roderick Ponto da Ponte houdt niet van salade. Dan valt zijn oog op een rouwbrief naast zijn bord. In een noordelijker op de wereldkaart gelegen laagland, leest hij, heeft tante Louise het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. De laatste telg uit het geslacht Ponto da Ponte reist af, met de dood op de hielen.
Niets te vieren is barok, weelderig, exuberant, warmbloedig, bont en veelkleurig, én ongelooflijk grappig.