Nachtangst
De van oorsprong Nederlandse schrijver P.J. Weber kan in New
York niet van zijn pen alleen leven. Om in zijn levensonderhoud
te voorzien, doet hij administratieve klussen voor een bedrijf.
In de nachtelijke uren stuurt hij vanuit het kantoor waar
hij werkt per mail lange brieven aan zijn Amerikaanse agente.
Op een avond wordt er ingebroken in het afgelegen pand.
Terwijl de angst te worden ontdekt hem in een wurggreep
houdt en de inbrekers steeds dichterbij komen, begint Weber
aan een testament, een bekentenis wellicht. Hij vertelt over het
huwelijk en de dood van zijn ouders, het schrijverschap, zijn
zoon in Nederland, seksueel misbruik en de beschutting van
taal. ‘Ik leef waar ik schrijf. Home is where my cursor blinks.’