Mensen als ik
Christophe ‘Buck’ Vekeman was vierenveertig jaar toen hij besloot eindelijk, voor het eerst in zijn leven, tot een gemeenschap te willen behoren. Hij vond dat hij ‘nieuwe vrienden’ nodig had, mensen die eruitzagen, dachten en naar dezelfde muziek luisterden als hij. Maar de zoektocht naar zielsverwanten – en naar zichzelf – voerde hem algauw langs diepe afgronden van eenzaamheid en leidde ten slotte tot een spectaculaire, zij het hoogst noodlottige afloop.
Nooit eerder toonde Vekeman (1972) zich zo kwetsbaar als in deze gedurfd openhartige, troostende en zeer vermakelijke roman, zijn vijftiende boek, waarin hij strijd levert met het leven en het tezelfdertijd innig omhelst.