Het sterke geslacht
Twintig jaar geleden was het nog normaal dat vrouwen nooit een literaire prijs wonnen. Aan de borreltafel kon je rustig beweren dat vrouwen niet konden schrijven, want grote schrijfsters bestonden niet en uitzonderingen bevestigden de regel. Deze houding is niet meer vol te houden nu er een sterke generatie jonge schrijfsters is opgestaan.
In Het sterke geslacht bekijkt romanschrijver en criticus Herman Stevens het van de andere kant. Schrijven, meent Stevens, is eigenlijk een stereotiep vrouwelijke bezigheid, ook voor mannen. Stevens onderzoekt hoe schrijvers omgaan met hun rol als vrouw of man. Met aanstekelijk enthousiasme herleest hij schrijvers als Doeschka Meijsing, Margriet de Moor, Mensje van Keulen, Maria Stahlie, Wanda Reisel en Lorrie Moore, en ook opvallende jongere schrijfsters als Nina Polak en Bregje Hofstede komen aan bod.
Stevens schrijft eveneens over een aantal mannelijke grootheden. Uiteindelijk doet het er niet toe of je man of vrouw bent, slecht schrijven blijft de grootste zonde voor Stevens, zoals blijkt uit een grondige takedown van Philip Roths latere werk.
Herman Stevens schreef acht romans, waarvan Mindere goden de Anton Wachterprijs kreeg en De onzichtbare vrouw op de longlist stond van de Libris Literatuurprijs 2016. Hij besprak vijftien jaar lang literatuur voor Het Parool en HP/De Tijd.