Het lied van de geesten
In ‘Het lied van de geesten’ van Jesmyn Ward (1977) wonen Jojo en zijn kleine zusje Kayla met hun zwarte grootouders langs de kust van Mississippi. Hun moeder, Leonie, veroorzaakt met haar sporadische aanwezigheid in hun levens alleen chaos. Als hun (blanke) vader vrijkomt uit een gevangenis in het noorden van de staat, besluit Leonie dat ze hem gezamenlijk moeten ophalen. Ze hoopt op een gelukkige familiereünie, maar in plaats daarvan volgt een hellevaart door een landschap dat nog altijd is getekend door armoede en racisme. Onderweg wordt zowel Leonie als Jojo geteisterd door spoken uit het verleden, dat op het platteland van het Diepe Zuiden, in de onsterfelijke woorden van William Faulkner, nooit dood is, zelfs niet voorbij.
Ward ontving de National Book Award voor haar roman ‘Salvage the Bones’ en voor ‘Het lied van de geesten’, waarmee ze de eerste vrouw ooit is die de prijs twee keer heeft gekregen voor fictie.