Hard gras 128 - oktober 2019
Met dit nummer van Hard gras, 128, vieren we het vijfentwintigjarig bestaan van ons blad, het ‘voetbaltijdschrift voor lezers’. Die ondertitel hebben we toen niet voor niets gekozen. Tot ver in onze jeugd voet¬balden we op straat en lazen we als het regende. De bal en het boek wisselden elkaar af op een volstrekt natuurlijke manier. Waar wordt gelezen gaat het schrijven vooraf. Voor ons was het woord even belangrijk als de bal. Van meet af aan stond vast dat niet alleen het voetbal de hoofdrol zou moeten spelen maar minstens even belangrijk was de taal waarin.
We zijn maar zo onbescheiden om terug te blikken op de inhoud van het eerste nummer omdat we zodoende aan geschiedschrijving kunnen doen en laten zien hoe springlevend het proza en de poëzie nog zijn. Er staan namen in van mensen die nog steeds voor ons schrijven en schrijvers aan wie we vast gaan vragen dat weer te gaan doen: Nick Hornby, Theun de Winter, Herman Koch, Ronald Giphart, Henk Pröpper (de oom van Davy) en anderen. Het eerste deel van nummer 128 bestaat dus uit een terugblik, het tweede – met bijdragen van Carolina Trujillo, Thomas Heerma van Voss, Martin van Neck, Erwin van de Pol en Jaap Biemans – is een vooruitblik op een toekomst waarin de kwaliteit van het schrijven over voetbal voor ons nog altijd de hoofdrol speelt.