Geen plek voor kleine jongens
In de twaalf magere jaren tussen het afscheid van Jos Verstappen in
2003 en het debuut van zijn zoon Max in de Formule 1 wisten een paar
Nederlanders een plek te bemachtigen achter een stuur van een F1-
bolide. Ze reden altijd achteraan, de rest van de wereld was nauwelijks
geïnteresseerd. Dat veranderde in 2006 voor héél even toen een stel
bevriende Nederlandse zakenmannen op een avond in Milaan na
zenuwslopende onderhandelingen een Formule 1-team kochten van een
Russisch-Canadese staalindustrieel. Dat team werd SpykerF1.
Hollandse handelsgeest, oliedollars uit Abu Dhabi en motoren van Ferrari.
Wie hield ze tegen? De weg omhoog was ingeslagen. Ze zouden gaan
meetellen. Alleen liep het allemaal net even anders dan ze hadden gehoopt.