Een zomer in Venetië
Marek kan bijna niet wachten om op vakantie te gaan naar Venetië. Hoewel hij pas negen is, weet hij alles over de stad. Maar de zomer van 1939 heeft andere verrassingen voor hem in petto. Vanwege de dreigende oorlog moet hij in Polen blijven en wordt hij naar zijn tante Weronika op het platteland gestuurd. In haar landhuis ontdekt hij op een dag een plas water in de kelder, die snel groter wordt. Een heilzame bron!
Zijn lievelingstante Barbara gaat meteen met dit idee aan de slag. Stoelen worden bruggen, de pingpongtafel wordt het San Marcoplein. En terwijl buiten uit de blauwe lucht de eerste bommen vallen, beleeft Marek onder de lampionnen in de verduisterde kelder een reis die het echte Venetië ver overtreft.