Een heerlijke tijd
In ‘Een heerlijke tijd’ van Elizabeth Jane Howard groeit de vertelster op in voorname armoede in Londen, sterk doordrongen van haar onopvallende bestaan. Hoewel haar broers naar school gaan, krijgt het zestienjarige meisje geen onderwijs. Van haar wordt er slechts verwacht dat ze – op een dag – een goede partij aan de haak zal slaan. Ze is bijna wanhopig van verveling wanneer ze wordt uitgenodigd de kerstdagen te komen vieren bij verre kennissen in hun grote landhuis. Het is de eerste keer dat ze van huis gaat en ze wordt ogenblikkelijk gebiologeerd door haar luxueuze nieuwe omgeving. De dagen worden gevuld met verrukkelijke maaltijden, schaatsen en paardrijlessen; de avonden met spelletjes en een heus bal. De vertelster is dol op haar gastgezin, op hun luidruchtige familie en vrienden en een geheimzinnige gast van wie ze haar eerste kus krijgt. Maar er komt een eind aan deze heerlijke tijd. Kort na haar terugkeer naar huis breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Terwijl de vertelster volwassen wordt en met andere mensen in aanraking komt – onder anderen een militair die van haar houdt – blijft ze haar leven vergelijken met die onvergetelijke kerstdagen.