Duivelspaardjes
In ‘Duivelspaardjes’ van Tomás González trekt een man zich met zijn vrouw terug uit het sociale leven en bouwt door de jaren heen een uitbundig paradijs van buitengewone schoonheid. Hij wil ontsnappen aan zijn wraakzucht, zijn schuld en het familieleven. In de bergen aan de rand van de stad woont hij, van dichtbij omringd door zijn bananenbomen, koffieplanten, orchideeën, pauwen, katten en konijnen. Ver weg beneden kan hij de stad zien liggen. De geleidelijk toenemende afzondering lijkt zijn pijn te verlichten, maar er is geen muur die hem bevrijdt van zichzelf.
In González’ vorige roman ‘Eerst was er de zee’ zoeken een man en een vrouw vergeefs het paradijs, maar ze worden er hardhandig uit weggestuurd. In ‘Duivelspaardjes’ creëren een man en een vrouw hun eigen paradijs, om er uiteindelijk in te verdwijnen – maar de zo gewenste verlossing brengt het niet.