De laatste oorlog
Hoe weet je wat voor mens je bent als je nooit een oorlog hebt meegemaakt? Die vraag houdt Abel Kaplan, voormalig schrijver, al zijn leven lang bezig. Pendelend tussen de twee liefdes van zijn leven stuit Kaplan tijdens een nachtelijke dwaaltocht op een verlaten schoolgebouw. Hij hoort hulpkreten, maar durft niet in te grijpen. Wanneer vervolgens een gepeste jongen bescherming bij hem zoekt en Kaplans vriendin Judith hem het oorlogsdagboek van haar vader overhandigt, dringt het tot hem door: de geschiedenis is springlevend, en het is hoog tijd om zijn plek erin op te eisen. In De laatste oorlog, dat even licht als dwingend van toon is, gaat Abel Kaplan de confrontatie aan met vragen die relevanter zijn dan ooit.
‘Twee mensen, een man en een vrouw, vierentwintig en tweeëntwintig jaar oud, bevroren in het flitslicht.’