De hartenkoningin
Om het leven van Elizabeth Stuart hangen veel mythes: ze zou een verkwister zijn geweest, iemand die meer gaf om haar aapjes dan om haar kinderen. En dan werd ze ook nog eeuwenlang spottend ‘winterkoningin’ genoemd, omdat ze maar één winter koningin van Bohemen was.
De hartenkoningin laat een heel andere vrouw zien: Elizabeth was slim, geestig en excentriek, en beschikte over een ijzersterk geheugen. Ze was een Schotse koningsdochter, die trouwde met de keurvorst van de Palts, Frederik. Ze werden in 1619 koning en koningin van Bohemen, maar een jaar later alweer verbannen. Ze vluchtten naar Den Haag, waar hun hof een brandpunt werd voor politieke en religieuze vluchtelingen uit alle windstreken, en ook voor kunstenaars en avonturiers. Frederik stierf in 1632, Elizabeth dompelde zich in diepe rouw, maar zag
zich ook gedwongen de erflanden in Duitsland voor haar kinderen terug te krijgen, waarvoor ze haar grote internationale netwerk aanboorde. Ze hanteerde haar ganzenveer met dezelfde behendige precisie waarmee ze ooit te paard wilde zwijnen had gespietst. Ze had bovendien meer invloed op de gang van zaken in oorlogvoerend Europa dan tot nu toe is gedacht.
In De hartenkoningin geeft Nadine Akkerman, aan de hand van meesterlijk detectivewerk in vele archieven, een heel nieuw beeld van een van de meest opwindende en uitgesproken vrouwen van de zeventiende eeuw.