De geboorte van het zwarte paard
'Vroeger schreef ik gedichten over mijn vader en moeder / over opa's en oma's met een rustiek en pijnlijk verleden' schreef Tsead Bruinja in Bang voor de bal (2007). De eerste twee afdelingen van De geboorte van het zwarte paard, een keuze die hij uit zijn eerste vier Friestalige bundels samenstelde, heten dan ook 'Vader en moeder' en 'Opa en oma'.
Ze bevatten liefdevolle, maar ook schrijnende portretten van Bruinja's ouders en grootouders.Tevens wordt hier in toegankelijke, vertellende verzen een jeugd op het Friese platteland getekend; een jeugd die vooral in het teken staat van de dood van de moeder.
Verderop in de bundel gaat het vaak over de liefde en slaat Bruinja zijn vleugels uit. De lezer volgt hem in zijn ontwikkeling - als opgroeiende jongen, maar ook als dichter. Zijn taal wordt rijker, lyrischer, speelser; zijn toon luchtiger, zijn beelden meeromvattend. De luiken gaan steeds meer open, de wereld stroomt binnen. Maar de thema's die vanaf het begin de ondertoon van zijn werk vormen, blijven onverminderd doorklinken. Hoe vrolijk of teder hij ook is, altijd liggen gevaar, onzekerheid en dood op de loer.
De Friese originelen staan naast de vertalingen, zodat de Nederlandse lezer niet alleen kan kennismaken met eerder werk van deze opmerkelijke dichter, maar ook met hem als vertaler en her-dichter van zijn eigen poëzie.