De bank van goede bedoelingen
Twee jaar mocht de econoom Marcel Canoy in de keuken van de Rabobank kijken. Zonder voorwaarden. Zonder restricties. Zonder contracten. De bank had de ongebruikelijke moed om zich open te stellen. De eigenzinnige Canoy ging bij medewerkers en klanten in binnen- en buitenland op zoek naar een antwoord op de vraag: wat is er veranderd sinds de crisis bij de bank?
Er is heel veel veranderd. Vaak door druk van buitenaf: door technologische veranderingen, aangescherpt toezicht of de publieke opinie. De Rabobank heeft het vaste voornemen om terug te gaan naar zijn roots: een bank die wel winst moet maken, maar zich tevens inzet voor maatschappelijke belangen.
Goede bedoelingen zijn lovenswaardig, maar leiden niet altijd tot goede acties. Interne en externe regels worden op de werkvloer te vaak als knellend ervaren. Vooral het afwijken van regels - ook als dat in belang van bank en klant is – is nodeloos ingewikkeld. Ook onderkent de bank de gevaren van digitalisering onvoldoende. De huidige interne en externe controles zijn ontoereikend voor het ondervangen van de gevaren en verleidingen van digitaal bankieren. Het aanstellen van een behavourial risk manager kan ervoor zorgen dat digitalisering geen vloek wordt maar een zegen.