Congo blues
Morgan is een jazzpianist die het geld voor de huur van
zijn eenkamerappartement verdient met hier en daar
een optreden in een bar. De beelden van een kindertijd
in de tropen heeft hij uit zijn geheugen verbannen. Een
onverwachte ontmoeting op nieuwjaarsdag verandert
zijn leven. Wanneer hij 's ochtends na een optreden naar
huis terugkeert, vindt hij een jonge blanke vrouw in een
elegante zwarte jurk ineengezakt tegen de tuinmuur van
Smolders' fietsenatelier. Om te voorkomen dat ze dood -
vriest, biedt hij haar barmhartig en zonder bijgedachte
onderdak aan. Maar al snel wordt duidelijk dat ze met
haar raadselachtige en onberekenbare gedrag huivering-
wekkende herinneringen bij hem oproept. Of kent zij
hem en is de kennismaking helemaal niet zo vrijblijvend
als ze lijkt? Wat begint als een toevallige ontmoeting,
loopt uit op een zoektocht van ongekende proporties.
God schiep blank en zwart, de duivel de halfbloed. Met
die woorden onderstreepte jurist en latere Eerste Minis-
ter Joseph Pholien de verhouding tussen de blanke man
en de zwarte vrouw in Belgisch Congo. Bij Artsen Zon-
der Grenzen hoorde Jonathan Robijn voor het eerst over
een instelling in het zuiden van Rwanda, waar vijftig jaar
geleden kinderen opgroeiden die een Belgische vader en
een Congolese moeder hadden. In de maanden die aan
de onafhankelijkheid van Congo voorafgingen werden
deze metiskinderen per vliegtuig naar België geëvacu-
eerd. De meesten zagen hun biologische ouders, broers
en zussen nooit meer terug. Net als Morgan.