Boud
Goethe, Mick Jagger, eilanden, dodo's en eeuwenoude boeken: Boudewijn Büch liet Nederland kennismaken met de meest uiteenlopende onderwerpen en wist met zijn aanstekelijke enthousiasme literatuur en geschiedenis even toegankelijk te maken als popmuziek.
Als kind had hij al ontdekt dat hij met verhalen in staat was het leven naar zijn hand te zetten. Uit atlassen, poëzie en rock & roll bouwde hij een eigen wereld op en sleurde daarin iedereen mee met wie hij sprak. Dat bezorgde hem invloedrijke vrienden, toegang tot de literaire wereld en heel veel aandacht. Maar zijn betoverende verhalen brachten hem ook talrijke demonen, die hij zijn leven lang moest bevechten.
Eva Rovers kreeg exclusief inzage in Büchs persoonlijke archief, met dozen vol brieven, foto's en dagboeken. Daarmee begon een reis door een leven dat even onwaarschijnlijk als fantastisch was; een leven dat Büch transformeerde tot een literair spel met feit en fictie, dat hij tot de uiterste consequentie doorvoerde en dat jaren na zijn dood culmineerde in een grande finale.
Eva Rovers schreef eerder de veelgeprezen biografie van kunstverzamelaar Helene Kröller-Müller, De eeuwigheid verzameld. Hiervoor ontving zij onder meer de Erik Hazelhoff Roelfzema Biografieprijs.
Over De eeuwigheid verzameld:
'Weet tot het eind te boeien door kunst, zakelijke besognes, privé en tijdgeest knap met elkaar te verweven.' Trouw
'Een uitzonderlijk boek. Zeer leesbaar ondanks de hoge informatiedichtheid.' De Groene Amsterdammer
'Een voorbeeldige en boeiende biografie (...), een meeslepend verhaal.' Vrij Nederland ****
'Voor Büch waren leven en literatuur onderdeel van dezelfde caleidoscopische verzameling, waar hij naar hartenlust facetten aan toevoegde zodat er telkens nieuwe verbindingen ontstonden. Zijn brieven en dagboeken waren onlosmakelijk verbonden met de interviews die hij gaf, de boeken die hij schreef en de programma's die hij maakte. Met ieder boek, ieder gedicht, ieder interview en met iedere column, brief en dagboekpassage lijkt hij gewerkt te hebben aan zijn eigen totaaltheater: de Comédie Büchienne.'