Antonia
Antonia Pozzi werd geboren in Milaan in 1912, als dochter van een advocaat en een gravin. Hoewel ze in een beschermde omgeving werd grootgebracht, kreeg ze toch de kans om ervaringen op te doen die voor andere vrouwen uitgesloten waren: studeren aan de universiteit, reizen door Europa en bergen beklimmen. Ze verkende de wereld met een vurig verlangen, en ontdekte zichzelf door middel van fotografie en poëzie. Ze had vele liefdes en depressies, maar altijd bleven de bergen haar toevluchtsoord. Uit wanhoop over het sombere politieke klimaat in Italië en de rest van Europa, pleegde ze in 1938 zelfmoord, op 26-jarige leeftijd.
Paolo Cognetti vertelt in Antonia het verhaal van deze – ook in Italië – vergeten dichteres. Door middel van foto’s, dagboekaantekeningen, brieven en gedichten komt Antonia Pozzi weer tot leven. Cognetti vermengt zijn woorden met de hare, en schetst een helder en delicaat portret van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, en van een inspirerende kunstenares.