Alleen maar helden
Het Zwitserse perspectief in 'Het lot van de familie Meijer', het duivelse dilemma van Gerron in 'Terugkeer ongewenst', nu een filmploeg die de schijn ophoudt om het vege lijf te redden in 'Alleen maar helden': telkens pakt Charles Lewinsky een nieuw aspect op dat gerelateerd is aan de Tweede Wereldoorlog en de Joodse geschiedenis en laat er zijn vakkundig romancier-licht erover schijnen.
Winter 1944. De Beierse Alpen vormen - nog wel - een vredige omgeving. Een ideale plek om het bedreigde Berlijn te ontvluchten. Een kleine filmploeg strijkt neer in Kastelau om daar een vurige propagandafilm te draaien, een hart onder de riem voor het Duitse volk. Dat is althans wat de dorpsbewoners moeten geloven. Althans, dat is wat de dorpsbewoners moeten geloven. Het belangrijkst is dat het er overtuigend uitziet! Alleen zo kunnen ze de oorlog overleven en bovendien hun latere carrière redden. Maar de komende nederlaag van de Duitsers begint zich steeds scherper af te tekenen, waardoor ook het karakter van de film verandert. In plaats van een propagandafilm wordt het een verzetsfilm tegen de nazi's. Uit telkens nieuwe leugens en uitvluchten ontstaat een web van intriges en onverwachte gebeurtenissen. Zelfs het leven van de filmmakers komt op het spel te staan.